“The Many Things Show” van Koen Theys in Kunsthalle Lophem

Iedereen poseur!


Theys, Kosuth, Duchamp… in Kunsthalle Lophem gaat het dit keer om niets minder dan het fenomeen “kunst “zelf. Koen Theys (°Ukkel, ‘63) maakte een videofilm en greep ter structurering naar een tekst van Kosuth. Voor wie de beeldenstroom niet kan bijbenen zijn er monumentale vellen papier met identieke beelden, vergezeld van Kosuths tekst, op aanstekelijke wijze met de hand geschreven.

Theys’ film, “The Many Things Show”, is samengesteld uit zo’n duizend van het internet geplukte beelden. Hij laat ze de revue passeren op een filosofische tekst van Joseph Kosuth (°Toledo/Ohio, 1945), “Art after Philosophy” (1969). Kosuth is een van de markantste figuren uit de wereld van de conceptuele kunst. Zijn oeuvre is een zoektocht naar wat kunst is en wat er betekenis aan geeft. Voor Kosuth is een kunstwerk geen object, maar maakt het deel uit van een complexe structuur die de betekenis van het werk bepaalt. Taal speelt hierin een belangrijke rol. Kosuth scheidt ook radicaal kunst van niet-kunst. In zijn tekst “Art after Philosophy” wordt dan ook met regelmaat op de verlokking van het puur esthetische gewezen.

Dit is niet Koen Theys’ eerste Lophem-passage. In 2005 was hij n.a.v. het project “Locus Loppem” een opgemerkte gast. U herinnert zich ongetwijfeld dat hij toen in de stallen van het kasteel aldaar een Vanitas-wereldrecord liet noteren. Hoeveel vierkante meter zijn stilleven inpalmde, is me ontgaan; ik herinner me wel levendig de duizenden slakken die er over boeken, kranten en doodskoppen slijmden. De film die hij ervan maakte vond ik schitterend. Theys, een van de pioniers van de Belgische videokunst, maakt beelden die beklijven! Ook nu weer blijft zijn film nazinderen : de veelheid aan beelden waardoor je wordt overrompeld – een half uur lang word je van de ene “wereld” naar de andere geslingerd -, de sublieme collages (monnikenwerk) en het heerlijke handschrift van de kunstenaar.

Het is begonnen met de beelden, zegt de kunstenaar in een interview met het cultuurmagazine (h)ART. Theys verzamelt al jaren internetbeelden waarop mensen poseren met een object in hun handen. Het is een intrigerend fenomeen dat ook verwijst naar een aloude traditie in de schilderkunst. Inderdaad, hoe vaak zie je vandaag niet nog mensen die voor de camera poseren met een voorwerp in hun handen? De visser die een kanjer van een snoek aan de haak heeft geslagen of de bokskampioen die zijn overdadig versierde gordel laat bewonderen… Het doet me ook denken aan de pins, die de mensen ook al in de Middeleeuwen droegen, om hun identiteit uit te dragen of zich te onderscheiden.

Het is vreemd, maar al die internetbeelden (uit Theys’ film blijkt dat ook Marcel Duchamp zich ooit tot een dergelijke pose liet verleiden) vormen a.h.w. één grote familie. Ze staan, zegt de kunstenaar, voor één stijl, alsof ze door één kunstenaar werden gemaakt.

Gedurende meer dan drie jaar verzamelde Theys (hij had er 3.000) de beelden en een jaar geleden werd werk gemaakt van deze film. Maar het probleem was dat er zich steeds nieuwe aandienden en de kunstenaar nood had aan een zekere structuur. Na verloop van tijd besloot hij de tekst van Kosuth te gebruiken. Daarin zegt de Amerikaan in hoofdzaak dat kunst tautologisch is en zich dus alleen maar tot kunst kan verhouden, terwijl Theys zich afvraagt wat nog het verschil is tussen een documentaire op tv en een documentaire in een museum. De taal is immers volslagen gelijk en de makers positioneren zich op geen enkele manier t.o.v. de kunst, maar enkel nog t.o.v. het onderwerp. Kosuth heeft het ook over de readymade. Wel, de beelden die Koen Theys gebruikt zijn daarvan eigenlijk de digitale varianten. Intrigerende raakpunten.

Het is een wat verwarrende, bijwijlen geestige bedoening in Kunsthalle Lophem: die toch wel ernstige, filosofische tekst te horen debiteren door een irriterende, Amerikaanse professionele, vrouwelijke reclamestem, terwijl je kijkt naar een stroom internetbeelden! Het werk van Theys maakt je wat tureluurs en dan ga ja afkicken in de ruimte ernaast, waar je hetzelfde verhaal rustig van de muur af kan lezen. Om dan weer in te pikken.

Deze film zette ons aan om nog eens in het oeuvre van Kosuth te grasduinen. Plots zag ik de oude muur van het Gezelle-museum voor ogen met daarop in zwarte stalen letters een flard “Gezelle”. Heerlijk contrast. Waar zijn die letters gebleven? Beeldende concepten met taal lijken me echt iets om de oude steden wat op te frissen.


Johan Debruyne - Het Nieuwsblad
01.04.2007

back